d'Ouwe Smissein beeld

d'Ouwe Smissezonnemaire

Zonnemaire is een van de kleinere dorpen op Schouwen-Duiveland. In december 2020 telde Zonnemaire 615 inwoners. Tot 1 januari 1961 was het een zelfstandige gemeente. Op die datum ging het op in de gemeente Brouwershaven.

De naam van het dorp is afgeleid van Sonnemare of Sunnonmeri. Dit was het water dat het eiland Bommenede van Schouwen scheidde. Aanvankelijk werd deze geul de Sonne genoemd. Maar toen men dit woord niet meer thuis kon brengen, werd Mare er aan toegevoegd. Beide woorden betekenen echter Water zodat Sonnemare eigenlijk Water-Water betekent.

Zonnemaire is uit verschillende delen ontstaan.Tegenover Sonnemare lag een klein eiland, Bommenede. Het was één van de vier eilanden die later werden samengevoegd tot Schouwen-Duiveland. Bommende werd aan het begin van de 12de eeuw gesticht door monniken van de abdij Ter Duinen. De naam komt voor het eerst in de archieven voor als Insula Bomne. Hoewel Bommenede in verschillende bronnen werd vermeld als stad, zijn er nooit documenten opgedoken die aantonen dat Bommenede stadrechten heeft gehad.

Hoewel het gebied werd omringd door Zeeuwse eilanden was het een enclave in Zeeland en behoorde tot het Graafschap Holland. De reden hiervoor was dat de Sonnemare, de stroom die het eiland scheidde van de overige eilanden, werd gezien als de grens tussen Holland en Zeeland.  De Sonnemare was redelijk belangrijk. In 1304 voor de Frans-Hollandse vloot door de stroom om de Noorgouwe te bereiken met als doel Zierikzee te ontzetten.

In 1374 werd de Sonnemare aan één kant afgedamd als onderdeel van de inpoldering van de Noordgouwepolder. Daarna begon de stroom snel te verzanden en was de rol van de Sonnemare geheel uitgespeeld.

Bommenede was, met haar haventje, belangrijk vanwege haar strategische ligging aan de noordelijke kant van Schouwen. In 1574 werden door de Staatsen een verdedigingswal met (waarschijnlijk) vier bastions aangebracht. Toch mocht dit niet helpen. In 1575, na een beleg van 20 dagen, werd de vesting ingenomen door de Spaanse troepen onder leiding van Cristóbal de Mondragón y Otalora, die in die tijd van de Tachtigjarige Oorlog als stadhouder van Zeeland aangesteld.

 

Bommenede heeft in de loop van de eeuwen veel van het water te lijden gehad. Na een stormvloed op 26 januari 1682 brak de zeedijk van Nataars door. Er werden drie grote gaten in de binnendijk geslagen. Polders en het dorp liepen onder. Het polderbestuur en de bewoners richtten zich voor hulp tot de rekenkamer van Holland: “Geven seer ootmoedelijk te kennen Dijckgraaf, geswoorend ende al de gemeynte van Bommenede hoe dat Godt Almachtig haar door rechtveerdige straffe heeft besocht met het innuderen van der selver landerijen, omwayen van huysen, verdrencken van menschen en vee…” maar de gevraagde hulp bleef uit.

De Staten van Holland besloten niet nog langer geld te investeren in haar afgelegen enclave in Zeeland. Pas aan het einde van 1684, Bommenede was dat moment nog niet onbewoond, verlieten de laatste bewoners ( ongeveer 19 gezinnen) het stadje. Dit betekende het einde van het havenplaatsje. In 1687 werd Bommenede en de omliggende polders (Nieuw-Nataars, Nieuw-Bommenede, Kijkuit en Borrenbrood)  als afgedankt, overgedragen aan de provincie Zeeland.

Naast Bommenede was er ook nog de heerlijkheid Bloois. Het werd ook wel geschreven als Blois, Bloys, en Beloys. Bloois lag tussen Brouwershaven en Zonnemaire. Het had zijn naam te danken aan de bezitters, de heren Van Bloois. De heerlijkheid werd in 1425 ingedijkt en werd, net als Bommenede in 1687 overgedragen aan Zeeland.  Hier en daar tref je nog grenspalen die herinneren aan het voormalige Bloois.

In 1701 werd een deel van het voormalige en verwaarloosde eiland herdijkt. Het deel waar de stad Bommenede bleef echter buiten de nieuwe dijk. Aan de zuidkant van de nieuwe polder ontstond het gehucht Nieuw-Bommenede. Tot 1866 was dit een zelfstandige gemeente, maar in dat jaar werd het samen met Bloois toegevoegd aan Zonnemaire.

Een gedeelte van de bebouwing van Bommenede is nog intact. Dit is terug te vinden in het noordelijke deel van Zonnemaire. De dorpsnamen Bommenede en Bloois worden niet meer gebruikt. De enige herinneringen zijn de straatnamen Blooisedijk en de Dijk van Bommenede.

Na de stichting door de monniken van de abdij werd er een kerkje gebouwd. In 1442 werd er al een grotere kerk vermeld die gewijd was aan Maria de Dolore. Het was een dochterkerk van de kerk van Dreischor. Langzaam raakte deze kerk in verval en in 1866 werd besloten de kerk te slopen. In 1867 werd voor een bedrag van 2.500 gulden begonnen met de bouw van een nieuwe kerk. De kerk werd gebouwd naar een ontwerp van de Rotterdamse architect Bellingwoud. Op 19 april 1868 werd ze in gebruik genomen.

In 2000 werd het interieur ingrijpend gewijzigd. Er werd tapijt gelegd en werd helemaal overgeschilderd in een crème kleurige verf. De kerkbanken werden vervangen door banken die afkomstig waren uit de Laurenskerk in Rotterdam.

Voor zover bekend stond er in de gesloopte kerk geen orgel. In 1871 bouwde de Amsterdamse orgelbouwer P. Flaes een orgel voor de nieuwe kerk. Dit instrument werd op 7 januari 1872 in gebruik genomen.

In 1838 werd een tijde haventje aangelegd bij Zonnemaire. Dit haventje werd in 1896 uitgediept en vergroot. Al snel werd het een levendig haventje. Lange tijd was het belangrijk voor de afvoer van landbouwgewassen uit de omgeving. Ook vertrok het beurtschip op Rotterdam vanaf hier.

Zonnemaire is hoofdzakelijk een landbouwgemeente. In het verleden werd veel meekrap verbouwd. In Zonnemaire stond de meestoof “De Landbouw” terwijl we in Nieuw-Bommenede “De Wassende Maan” aantroffen. Van al deze glorie is niets meer overgebleven. Wel staat aan de rand van het dorp nog de molen “De Korenbloem” uit 1873 die inmiddels is aangewezen als rijksmonument.

Ditzelfde geldt voor de voormalige pastorie, later het raadhuis. In dit huis werd de meest beroemde inwoner van Zonnemaire geboren. Pieter Zeeman, de tweede Nederlandse Nobelprijswinnaar. Naast het huis staat een buste van Zeeman, in 1959 aangeboden door de stad Amsterdam. Voor meer informatie over Zeeman, kijk hier:

Zonnemaire is een levendig dorpje. Langs de kerkring treft u een aantal leuke (eet)cafeetjes. In de onmiddellijke omgeving liggen een groot aantal campings. De afstand tot het grotere Brouwershaven is makkelijk te overbruggen.

Zonnemaire beschikt over een basisschool. Radarschool de Zonnewijzer is een school op Protestants-Christelijke basis. Een kleine school met grote betrokkenheid van ouders en leerkrachten.

Vanaf de binnendijk in Zonnemaire, tussen het dorp en de Grevelingen, ligt de Naterkreek. Dit watertje is een restant van een kreek welke is ontstaan na een dijkdoorbraak.

Dit kleine natuurgebied is erg belangrijk voor tal van vogelsoorten. In het voorjaar en de zomer wordt het druk bevolkt door lepelaars, bruine kiekendieven, ganzen een eenden soorten. Ook kluten, scholeksters en kleine zilverreigers vinden hun weg in het ondiepe water.

Staatsbosbeheer laat de natuur hier haar gang gaan. De kreek zal langzaam verlanden waardoor vegetatie en de vogelbevolking in de komende jaren zullen veranderen. Het gebied is niet toegankelijk maar goed te overzien vanaf de Grevelingendijk of de binnendijk die het gebied doorsnijdt.

Alles pleit er voor om, als u zoekt naar natuur en rust, op een steenworp afstand van grotere plaatsen zoals Bruinisse, Brouwershaven en Zierikzee, te kiezen voor een vakantie in Zonnemaire.

tekst en foto’s: zalig-zeeland.com